Veelgestelde vragen

Basisvaardigheden

  • Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Verleden tijd: sterk
  • Twee of meer persoonsvormen
  • ’t Ex-kofschip
  • Algoritme werkwoordspelling
  • Voltooid deelwoord
  • Stam van het werkwoord
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • ‘Je’ achter de persoonsvorm
  • Onvoltooid deelwoord
  • Gebiedende wijs
  • Vervoeging van Engelse leenwoorden
  • Tegenwoordige tijd
  • Infinitief
  • Verleden tijd: zwak
  • Scheidbaar en niet-scheidbaar samengestelde werkwoorden
  • Verleden tijd: zwak, met valse -f of -s
  • Samenstelling met tussen -n of -s
  • Los, aaneen of met een streepje
  • Hoofdletter of kleine letter
  • Klinkerbotsing
  • Afkortingen
  • Meervoud en bezitsvorm
  • Verkleinwoorden
  • Woordtekens
  • Leestekens
  • Stijl in zinnen
  • Woordsoorten
  • Taalkwesties
  • Stijlmiddelen en stijlfiguren
  • Stijl in woorden

Inhoud module

In de module Basisvaardigheden legt de student de basis voor correct taalgebruik. De module biedt alle relevante theorie, een onuitputtelijk aantal oefeningen, redigeeropdrachten en proeftoetsen. De summatieve taaltoetsen van Hogeschooltaal testen de basisvaardigheden.

Dit zeggen docenten over ons

Contact

Werk je nog niet met Hogeschooltaal? Maar ben je wel nieuwsgierig geworden?

Vraag dan meer informatie aan.

Ik ben:

Vind jouw school: